Hoe kan de overheid het vliegwiel van economische ontwikkeling (weer) in gang zetten? Wim van de Donk, oud-vertrekkend commissaris van de Koning in Noord-Brabant, gelooft in nauwe samenwerking tussen de driehoek overheid, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. ”Dáár gebeurt het”, zegt Van de Donk.
Van de Donk doet zijn uitspraken in een interview met Management Scope.
De scheidend commissaris van de Koning dringt erop aan dat de overheid een duidelijke investeringsagenda opstelt voor na de coronacrisis: “Met een heldere visie en duidelijke doelen. Liefst met revolverende fondsen, zodat er geld terugkomt dat opnieuw ingezet kan worden. De overheid moet haar geld niet ’verslochteren‘, dus niet het geld uitgeven aan vooral consumptie, zoals dat is gedaan met de aardgasbaten van Slochteren.”
Hij ziet daarbij een belangrijke parallel met Koning Willem I. Alleen al in Brabant is Willem I belangrijk geweest voor een duurzame en doordachte industriepolitiek. Van de Donk: ”De kanalenkoning wordt hij hier genoemd, omdat hij een aantal belangrijke waterwegen heeft aangelegd. We handelen hier nog steeds in zijn geest, vanuit de overtuiging dat de overheid samen met de markt moet optrekken. Bijvoorbeeld door te investeren in infrastructuur. Dat ging in zijn tijd vooral om het aanleggen van kanalen – en curieus genoeg gaat het nu nog steeds om kanalen. Maar het gaat ook om digitale infrastructuur.”
Lees hier het hele interview met Wim van de Donk.
Fotografie: Marc Bolsius