Het laatste nieuws

Verbinding tussen ondernemers, onderwijs en overheid: de sleutel tot welvaart en maatschappelijk welzijn in Nederland

6 mei 2024

De gouden driehoek worden ze ook wel genoemd: het ondernemersveld, het onderwijs en de overheid. Zij vormen het cruciale samenspel voor de oplossing van maatschappelijke vraagstukken en het behoud van onze welvaart. In een dubbelinterview met De Maatschappij en Regio Zwolle worden de fundamenten van dit principe belicht en wordt geïllustreerd hoe nauwe samenwerking op basis van een gun-cultuur een vruchtbare voedingsbodem creëert voor een bloeiende economie en een breed welzijnsniveau.

Al bijna 250 jaar zet De Maatschappij zich in voor het behoud van de welvaart en het welzijn in Nederland. De landelijke netwerkorganisatie biedt een platform waarin partijen, die niet noodzakelijkerwijs dezelfde belangen hebben, tot gezamenlijke oplossingen kunnen komen. Voorzitter Cees Meeuwis: “Maatschappelijke uitdagingen zijn van alle tijden. Waar het vroeger ging om zaken als industrialisatie, democratische rechten of kinderarbeid, zien we nu bijvoorbeeld migratie, de CO2-problematiek en de opkomst van Artificial Intelligence (AI). Voor het aanpakken van dergelijke vraagstukken zijn drie zaken essentieel: innovatie, ondernemerskracht en regelgeving. Zonder die drie is verandering onmogelijk.”

Voor Jelle Weever, voorzitter MKB-Nederland Regio Zwolle en ondernemer uit Kampen, gaat het wat ver om te spreken van een gouden driehoek, maar hij beaamt wel het belang van verbinding: “overheid, onderwijs en ondernemers kunnen niet zonder elkaar. De maatschappij draait op die drie partijen. Als je brede welvaart op peil wilt houden in je regio, dan heb je ondernemers nodig voor de werkgelegenheid. Regio Zwolle is een sterke MKB-regio; er zitten veel familiebedrijven en kleine bedrijven. Wil je die allemaal een toekomst bieden, dan is goed onderwijs een basisbehoefte. De overheid heeft daarbij een faciliterende rol om bedrijven te helpen die met grote transitiethema’s geconfronteerd worden.”

Geen overmatige bureaucratie
Regio Zwolle kenmerkt zich door een uniek samenwerkingsmodel tussen 22 gemeenten en 4 provincies op basis van vertrouwen, gunnen en gemeenschappelijke belangen. De vraag rijst hoe een dergelijke samenwerking tot stand komt en welke rol de overheid daarin heeft gespeeld. Weever is daar heel helder in: “Ik geloof niet in overmatige bureaucratie, extra bestuurslagen en extra verantwoording. Zoiets moet organisch groeien vanuit het besef dat je elkaar kunt versterken. De Regio Zwolle bestaat nu zo’n vijftien jaar vanuit de basisgedachte: we kennen elkaar goed, we gunnen elkaar iets, dus laten we vanuit onze kracht gezamenlijk optrekken. Daar is echt geen lijvig convenant voor nodig. Juist omdat wij dat niet hebben en puur werken op basis van commitment, werkt het hier zo goed.” Het heeft volgens Weever ook absoluut geen zin om dingen van bovenaf te organiseren: “Je ziet vaak dat er van alles wordt bedacht waar ondernemers dan op kunnen aankoppelen. Dat werkt niet. Ondernemers weten zelf heel goed wat ze nodig hebben, dus je kunt veel beter vraaggestuurd werken.”

Weever pleit dus voor een faciliterende rol voor de overheid, vanuit de behoeften van de markt. De Maatschappij vindt de overheid vooral een regulerende partij, maar ziet dat deze rol in de loop der jaren nogal eens verschuift. Cees Meeuwis: “De rol van de overheid is de afgelopen eeuw behoorlijk veranderd. Er is een tijd geweest waarin de overheid zich nauwelijks tot niet bemoeide met het oplossen van bepaalde sociale vraagstukken. Dat werd vooral overgelaten aan de kerk en kleine sociale organisaties. In de jaren zeventig en tachtig had je de sociale partners, de vakbonden en de werkgeversverenigingen die een groot deel van de sociale omstandigheden met elkaar regelden. Pas de laatste veertig jaar zien we dat de overheid het overlegdomein en het afstemmen meer naar zichzelf toetrekt, maar dat blijkt moeizaam en het werkt niet altijd even goed. Je krijgt weliswaar afstemming, maar niet altijd de juiste afstemming. Er ontstaan dan vacuüms die leiden tot onvrede. Daar springen wij als De Maatschappij op in om te kijken in hoeverre we de partijen opnieuw bij elkaar kunnen brengen.”

Maatschappelijke organisaties
Voor de Regio Zwolle is er, naast de drie o’s, uitdrukkelijk nog een vierde belangrijke partij in de regionale verbinding en versterking van de welvaart: de maatschappelijke organisaties. Weever: “In een regio die van oudsher een plattelandsregio is, zit de sociale cohesie natuurlijk in de genen. Er zijn hier heel veel clubs, verenigingen en maatschappelijk events die door stichtingen worden georganiseerd. Bijvoorbeeld de Sail in Kampen. Ook daarbij wordt steeds meer ingezet om bedrijven, overheid en onderwijs elkaar te laten ontmoeten. De stichtingen in de regio worden gesponsord door bedrijven en bestuurders zijn actief in verenigingen en maatschappelijke instellingen. Wij kunnen niet zonder om dit ecosysteem in de benen te kunnen houden en die grote mate van sociale samenhang en betrokkenheid is wel tekenend voor onze regio.”

De Maatschappij ziet dat deze trend van maatschappelijk verantwoord ondernemen zich langzaam maar zeker uitbreidt naar het hele land. Meeuwis: “Wat wij tegenwoordig als samenleving vragen van ondernemers, is dat zij niet onbeperkt maar pakken wat er te pakken valt. Wij verwachten dat ondernemers in hun ambities rekening houden met de randvoorwaarden die voor ons allemaal belangrijk zijn, zoals de impact op onze natuurlijke omgeving en op de sociale cohesie waarin wij actief zijn. Die beweging naar verantwoord ondernemerschap vinden wij als De Maatschappij heel belangrijk.”  

Weever: “Goed ondernemerschap wordt gedefinieerd door een balans tussen winstgevendheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zonder profit is er geen groei, geen innovatie, en dan gaat je bedrijf simpelweg kapot. Winstgevendheid is noodzakelijk om een bedrijf levensvatbaar te houden en goed te zorgen voor je werknemers. Want je bent als ondernemer verantwoordelijk voor heel veel gezinnen die als het ware eten van jouw bedrijf. Maar daarnaast vind ik dat je heel goed moet nadenken over jouw bijdrage aan de lokale maatschappij. Je profiteert, je maakt gebruik van grond, van mensen, van allerlei diensten van de maatschappij waarin je onderneemt en daar moet je iets voor teruggeven. Een soort return on investment voor de maatschappij.”

Disfunctionerende overheid  
De cruciale positie van ondernemers in de transitie naar een duurzame, menswaardige economie wordt door beide heren absoluut onderschreven. Toch wordt het de ondernemers hierbij niet altijd gemakkelijk gemaakt. Weever: “Kijk bijvoorbeeld naar arbeidsmigratie. Dat is de meest snelle route naar meer mankracht. Bedrijven hebben die mankracht nodig. Maar dan zegt de overheid: we willen arbeidsmigratie terugdringen. Op zich een valide punt, maar vervolgens wordt het probleem neergelegd bij het bedrijfsleven. Dan moeten die bedrijven alternatieve businessmodellen gaan bedenken, zoals automatisering en robotisering, maar hoe gaan zij dat betalen / financieren? Dus dan zeg je als overheid: ik wil arbeidsmigratie terugdringen, maar ik bied geen oplossing. Dat is wanbeleid.”

Meeuwis: “Nederland blijkt op korte termijn niet in staat om zelf voldoende slagkracht te organiseren en de arbeidscapaciteit beschikbaar te krijgen om onze welvaart op niveau te houden. Arbeidsmigratie biedt daarvoor een snelle en gemakkelijke oplossing en daar is op zich niets mis mee. Daarmee behouden we het welvaarts- en welzijnsniveau wat wij allemaal gewend zijn. Want daarvoor moeten wij met elkaar voldoende geld verdienen om dat te onderhouden, en daar hebben we op dit moment de mensen niet voor. Maar dan moet dat allemaal wel goed gemanaged worden, er moeten wel heldere afspraken komen. Ik heb zelf vijf kinderen, vijf jongens, en als ik thuis geen heldere afspraken maak, dan wordt het een bende. Zo is dat ook met de economie.”

Weever: “Exact. Dat jojoën met beleid: de ene dag is het zus, de andere dag is het weer zo. Als je gewoon helder beleid hebt, heldere keuzes, dan kun je het er niet mee eens zijn, maar dan heb je in ieder geval een duidelijk speelveld waarop je kunt acteren. Wat dat betreft denk ik dat het disfunctioneren van de overheid nog het grootste maatschappelijke risico is.”

Verbinding en goede voorbeelden
De oplossing zit volgens beide heren in de verbinding. Meeuwis: “Er is in het algemeen vaak onbegrip en wantrouwen tussen overheid en ondernemers. Dat wantrouwen kun je wegnemen door die mensen elkaar te laten ontmoeten, door elkaar dingen uit te leggen, elkaar mee te nemen in dilemma's, problemen en in elkaars uitgangspunten. Als je dat voor het hele land landelijk organiseert, is dat ongelooflijk lastig. Dus dat leent zich bij uitstek voor om dat regionaal of lokaal te organiseren, waar we dan landelijk van kunnen leren. Dat werkt.”

Weever: “Maar wel op basis van vertrouwen, de onderlinge gunfactor en zo min mogelijk bureaucratie. De overheid is dienstverlenend, die dienen als het ware de ondernemer en de inwoner. Dat werkt in onze regio heel goed. We hebben onlangs de Regio Deal toegekend gekregen van de overheid, een bedrag van 30 miljoen, wat door onze regionale partners minimaal wordt verdubbeld. Daarmee kunnen wij de opgaven in onze regio versneld aanpakken op een manier die bij ons past. Dus visionair, vanuit een brede beweging die we op gang willen krijgen, waarin we ondernemers en inwoners van meet af aan meenemen en waarin we de goede voorbeelden een podium willen geven.” 

Uitreiking Koning Willem I Prijzen
De eerste goede voorbeelden worden binnenkort in Theater De Spiegel in Zwolle getoond tijdens de uitreiking van de Koning Willem I Prijzen 2024, de ‘Oscars’ van het Nederlandse bedrijfsleven. Cees Meeuwis is daar als bestuurslid van de Koning Willem I Stichting ook bij aanwezig. “De Maatschappij vindt het ontzettend belangrijk om voorbeeldgedrag van ondernemers uit te lichten. Niet alleen richting andere ondernemers, maar ook richting de overheid. Zo kunnen we laten zien hoe ondernemers hun verantwoordelijkheid kunnen pakken op specifieke transities als ze daarin een beetje gefaciliteerd worden. Wij willen er als De Maatschappij alles aan doen om dat soort bewustwordingsprocessen mogelijk te maken en dat maakt onze medewerking en ondersteuning van de Koning Willem I Prijzen ook zo relevant.” 

En hoewel Jelle Weever niet weet hoe bekend de prijs is in de regio, hoopt hij wel dat de winnaars een mooi verhaal achterlaten, waarmee hij zijn mede-ondernemers kan inspireren. “Wij zijn in de regio Zwolle best bescheiden en treden niet graag op de voorgrond. Dus in dat licht zijn wij ook niet zo van de prijzen. Maar dat zouden we eigenlijk wel moeten zijn. Ik hoop dat deze uitreiking en het verhaal van de winnaars een mooie inspiratiebron zijn voor al onze ondernemers. Zodat zij echt gaan zien: als je wilt, kun je heel ver komen als ondernemer.”

 

Vorig artikelOverzicht Volgend artikel